Bijwerkingen die later kunnen optreden na bestraling van borst of borstwand

Naast de bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, kan de bestralingsbehandeling ook bijwerkingen geven die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze bijwerkingen zijn, in tegenstelling tot de acute bijwerkingen, vaak blijvend. 

Verandering van borst of borstwand na bestraling

Borstverandering
Uw borst kan maanden tot jaren na de bestraling nog wat veranderen. In het eerste jaar na de behandeling is er soms vochtophoping (oedeem) in de borst. Dit kan gevoelig zijn. Meestal trekt dit in de volgende jaren weg.
Afhankelijk van de gegeven dosis kan na verloop van maanden tot jaren het gebied bij het litteken wat vaster aan gaan voelen. Dit komt door littekenvorming (fibrose). Er zijn geen maatregelen die u kunt nemen om dit tegen te gaan. De fibrose is blijvend. Soms geeft dit pijnlijke steken.
De bestraalde huid kan wat donkerder van kleur worden. Ook kunnen kleine bloedvaatjes duidelijker zichtbaar worden. Al deze effecten van de bestraling kunnen ook invloed hebben op het uiterlijk van de borst.     

Veranderd gevoel borstwand
Bij amputatie van de borst kan de borstwand door de vorming van littekenweefsel (fibrose) strakker aan voelen. Ook kunnen de ribben soms gevoelig of pijnlijk zijn.

Oedeem van de arm na bestraling

Als bij u de oksel is bestraald, heeft u een iets grotere kans op ophoping van vocht in de arm. Dit wordt lymfoedeem genoemd. Als u merkt dat uw arm dikker of pijnlijker wordt, neemt u dan contact op met uw behandelend arts. Deze kan u zo nodig door verwijzen naar een lymfedrainage (of gespecialiseerd fysio-) therapeut.      

Stijf gevoel in de arm na bestraling van de oksel

Als uw oksel is bestraald, kan uw arm bij het bewegen wat stijf aanvoelen. Wij raden u aan uw arm zo normaal mogelijk te blijven bewegen. Een enkele keer heeft u fysiotherapie nodig om de bewegingen te verbeteren.

Hartklachten na bestraling van borst en/of borstwand

Door bestraling van uw linker borst en/of borstwand is er op de lange termijn een hele kleine kans op het ontstaan van hartklachten. Door het bestralingsgebied met een CT-scan nauwkeurig te plannen en de Breath-hold methode toe te passen, wordt bestraling van uw hart zoveel mogelijk vermeden. De kans op hartklachten wordt daardoor zo klein mogelijk gehouden.