Schisis en spraak-en taalontwikkeling

Wanneer uw kind een schisis heeft, kan hij of zij ook last van spraakproblemen krijgen. In beide gevallen kan de logopedist van het schisisteam helpen.

Kinderen met alleen een schisis maken meestal dezelfde taalontwikkeling door als kinderen zonder schisis. Dat betekent dat uw kind dezelfde mijlpalen op dezelfde leeftijd behaalt. We hanteren hierbij, evenals het Consultatiebureau, de Groninger Minimale Spreeknormen (Dr. S.M. Goorhuis-Brouwer), die worden beschreven op www.kindentaal.nl/taalontwikkeling.

  • 0-1 jaar: huilen, lachen, kraaien, spelen met stem, lippen, tong en gehemelte, brabbelpatronen in opbouw (langer, ingewikkelder)
  • 1 jaar: veel en gevarieerd brabbelen
  • 1.5 jaar: tenminste 5 woorden, onvolledige woordopbouw, verschillende klanken oraal en nasaal.
  • 2 jaar: 2 woordzinnen, naast brabbels en 1 woorduitingen, onvolledige woordopbouw, klanken mogen nog nasaler kinken
  • 3 jaar: 3-5 woordzinnen, nog beperkte grammaticale structuur, afwijkend van volwassenen. Opvallende nasale klanken zijn afwezig. Het kind is voor 50-70% verstaanbaar.
  • 4 jaar: enkelvoudige zinnen, zinsbouw is beter, maar nog problemen met het meervoud en met werkwoord vervoegingen. 75-90% is voor anderen verstaanbaar (=helder en duidelijk uitspreken van de woorden)
  • 5 jaar: goedgevormde en ook samengestelde zinnen worden gebruikt. Zinslengte en woordvolgorde lijken op de taal van volwassenen, maar taalgebruik is vaak nog concreet. Meer dan 90% wat het kind zegt is verstaanbaar.

Met de SNEL-test (zie www.kindentaal.nl/snel-test ) krijgt u zelf inzicht in de taalontwikkeling van uw kind.

Heeft uw kind, naast de schisis, nog andere aandoeningen? Dan kan het zijn dat het ontwikkelingsverloop op meerdere ontwikkelingsgebieden trager is.

Bij een gehemeltespleet kunnen er problemen ontstaan met het spreken, sommige klanken zijn door de afwijkende anatomie moeilijk uit te spreken waardoor de spraakontwikkeling van klanken anders kan verlopen.

Mogelijke spraakproblemen die kunnen ontstaan zijn:

  • Nasale/hypernasale spraak: bij het spreken komt er te veel lucht/klanken door de neus
  • Ontsnappen van hoorbare lucht (ruisgeluid of snurkgeluid) bij de volgende klanken: [p,b,t,d,k,f,v,s,z,g]. Dit zijn de klanken waarbij er een meer gerichte orale luchtstroom gevraagd wordt of waar er sprake is van meer drukopbouw in de mond.
  • Kinderen proberen hun spraakproblemen soms zelf op te lossen. Ze gaan dan andere klanken in hun spraak gebruiken in plaats van de moeilijke spraakklanken. Dit noemen we compensaties. Ook kunnen ze door hun aangezichtsspieren anders aan te spannen, grimassen vertonen, waarmee ze proberen de lucht die via de neus ontsnapt tegen te houden. Ze kunnen met hun stem compenseren door heel luid of juist heel zacht te spreken.

De logopedist van het schisisteam evalueert de spraak-taalontwikkeling van ieder kind met een schisis nauwgezet tussen de leeftijd van tweeënhalf en zes jaar. Indien nodig langer. De logopedist van het schisisteam draagt de zorg voor het optimaliseren van de logopedische behandeling aan uw kind door de logopedist bij u in de buurt, die de logopedische behandeling uitvoert.

Onderzoeken

U wordt gebeld door de verpleegkundig specialist rond de tweede verjaardag van uw kind. Tijdens deze telefonische afspraak krijgt u vragen over de algehele ontwikkeling, het eten- en drinken, de mondmotoriek, de sociale ontwikkeling en de spraak- en taalontwikkeling van uw kind. Als u zich zorgen maakt over één of meerdere van deze aspecten, wordt een afspraak voor u en uw kind ingepland bij een logopedist van het schisisteam. Als de ontwikkeling van uw kind gelijkloopt met de ontwikkeling van kinderen zonder schisis, dan vindt het eerste consult met de logopedist op de leeftijd van tweeënhalf jaar plaats. U ontvangt hiervoor een uitnodiging.

KNO- en logopedisch spreekuur

Tussen 2 en 6 jaar wordt uw kind één of twee keer per jaar gezien door de logopedist en KNO-arts van het schisisteam. De logopedist onderzoekt eerst de ontwikkeling van uw kind. Daarna volgt een spraakonderzoek waarbij het kind wordt gevraagd om plaatjes te benoemen en/of zinnen na te zeggen, afhankelijk van de leeftijd. De mondmotorische vaardigheden van uw kind en de luchtstroom tijdens het spreken worden beoordeeld door middel van een standaard schisisarticulatie-onderzoek dat door alle schisisteams in Nederland wordt gebruikt.

Na het logopedisch onderzoek, volgt een bezoek aan de KNO-arts. Deze stelt algemene vragen over het keel-, neus- en oorgebied en vragen met betrekking tot de schisis. Daarna volgt een onderzoek met extra aandacht voor het gehoor en het aspect en de functie van het gehemelte. Deze gecombineerde afspraak duurt in totaal 45 minuten.

Behandeling

Na de onderzoeken bespreekt de logopedist met u of logopedische behandeling bij uw kind nodig is om de spraak te verbeteren. De behandeling vindt meestal plaats in een logopediepraktijk bij u in de buurt. Wij streven ernaar u naar een logopedist te verwijzen met ervaring op het gebied van schisis. Indien nodig adviseert de logopedist van het schisisteam de behandelend logopedist.

Onderzoek gehemeltefunctie

Wanneer uw kind ondanks logopedische begeleiding onvoldoende vooruitgang boekt in de verstaanbaarheid, wordt het zachte gehemelte verder onderzocht. Dit onderzoek doet de logopedist in samenwerking met de KNO-arts van het schisisteam. Tijdens het onderzoek brengt de arts een slangetje met camera in de neus van uw kind. Hiermee bekijken de logopedist en de KNO-arts vanaf de bovenkant naar het zachte gehemelte. Dit noemen we een nasa-endoscopie. We vragen uw kind om een aantal klanken, woordjes en zinnetjes na te zeggen, zodat de beweging van het zachte gehemelte tijdens spreken beoordeeld kan worden. Daarnaast wordt er gekeken of het gehemelte de neusholte helemaal afsluit. Wanneer dit niet het geval is, bespreken we of een spraak verbeterende operatie nodig is.

Multidisciplinaire schisisspreekuur (MDS)

Vóórafgaand aan het multidisciplinaire schisisspreekuur wordt de huidige stand van zaken van alle kinderen besproken in het team. Wanneer u en uw kind aan de beurt zijn, zal de logopedist, evenals de andere zullen specialisten op haar gebied vragen stellen en uw kind onderzoeken. Uiteraard is er voor u ook gelegenheid tot het stellen van vragen. Aan het eind van het bezoek aan het team bespreken wij met u de vervolgstappen.