IVIg behandeling wel nodig bij CIDP? IOC-trial

Omdat ziekteactiviteit bij CIDP niet in het bloed of met EMG-onderzoek kan worden vastgesteld is het stoppen van de behandeling de enige manier om eventuele ziekteactiviteit op te sporen. In dit onderzoek met een nepmedicijn (placebo) bekijkt Max Adrichem welk deel van CIDP-patiënten een overbodige behandeling met intraveneuze immunoglobulines (IVIg) krijgt. Hoeveel kosten en onnodige zorg zal dit besparen en hoe snel zijn patiënten weer op hun oude niveau bij tijdelijk staken van IVIg, als zij het toch nodig hadden?

Ziekte: Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)

Vraagstelling: CIDP is een aandoening van de zenuwen die krachtverlies en gevoelsstoornissen in armen en benen veroorzaakt. Hierbij is er sprake van inflammatie wat het myeline van de zenuwen aantast. CIDP kan een wisselend beloop hebben waarbij de klachten chronisch kunnen zijn maar, in een deel van de patiënten, ook na verloop van tijd kunnen uitdoven. Om de aandoening te behandelen wordt er vaak intraveneuze immunoglobuline (IVIg) voorgeschreven waarbij patiënten langdurig worden behandeld. Hierbij is de vraag of langdurige behandeling (meer dan 6 maanden) bij iedere patiënt wel echt nodig is omdat de aandoening niet bij iedereen een chronisch beloop heeft. Omdat ziekteactiviteit niet in bijvoorbeeld het bloed of met EMG-onderzoek kan worden vastgesteld is het stoppen van de behandeling en observeren of er toename van klachten is op dit moment de enige manier om te kijken of CIDP nog actief is.

Methode: In de IOC-trial werden 60 CIDP-patiënten die stabiele klachten hadden en ten minste 6 maanden werden behandeld met IVIg geloot voor het afbouwen van de IVIg met placebo, of doorbehandelen met IVIg. Dit gebeurde geblindeerd waarbij de deelnemers dus niet wisten in welke groep zij zaten. De deelname duurde 24 weken. Indien er toename van klachten was werd bekend gemaakt in welke groep de betreffende deelnemer zat en werd de behandeling hervat.

Verwachte resultaten: het artikel is momenteel onder review

Duur (verwachte einddatum): de inclusie is reeds gesloten

Onderzoeksteam

  • Max Adrichem, arts-onderzoeker

  • Dr. Filip Eftimov, neuroloog

  • Professor Ivo van Schaik, neuroloog