Helene: Ik zie veel, ook dingen die later in de krant komen

Helene Blok werkt bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ze studeerde af in februari 2009.


Wat voor werk doet u? 
‘Ik werk op de afdeling onderzoek en innovatie. Dat betekent dat ik me onder andere bezighoud met methodologisch advies voor onderzoekstrajecten van de gezondheidsinspectie. Dat noemen we thematisch toezicht. Daarnaast houd ik me ook bezig met gefaseerd toezicht: jaarlijks leggen we een vragenlijst voor aan bijvoorbeeld ziekenhuizen, particuliere klinieken en apothekers. Doordat we dat ieder jaar doen, kun je risico’s signaleren en verschuivingen zien in kwaliteit van zorg en veiligheid. Ook kun je onderlinge vergelijkingen maken.’

Klinkt nog een beetje vaag.
‘Een voorbeeld: bij particuliere klinieken kun je specifieke vragen stellen over bepaalde ingrepen, zoals ingrepen bij klinieken voor plastische chirurgie. Je kunt dan toetsen of ze zich houden aan de bestaande veldnormen. Wijkt een instelling van die norm af ja of nee en in welke mate? Die informatie wordt weer meegegeven aan de inspecteurs die vervolgens naar de kliniek gaan om de inspectie uit te voeren.’

Wat heeft u aan de studie gehad?
‘Ik ben dagelijks uitkomsten van onderzoek aan het analyseren en onderzoeken aan het beoordelen op het gebied van methodologie, dat heb ik echt uit de studie gehaald. Ik merk dat ik daar heel kritisch in ben omdat ik een strenge leerschool heb gehad. Daar heb ik nu profijt van.’

Weet u waarom u werd gekozen voor deze baan? 
‘Ik ben jarenlang verpleegkundige geweest. Dat in combinatie met de studie die ik heb gedaan, maakte dat ik deze functie kreeg. Bij het analyseren van onderzoeksuitkomsten en het beoordelen van onderzoeken kan ik zo de praktijk oproepen. Juist dat stukje praktijkkennis is heel belangrijk voor de inspecteurs. Ze weten dat ik niet zomaar wat klets of iets uit een boekje voorlees.’

Waaraan beleeft u het meest plezier in uw werk?
‘Het uitzoekwerk vind ik het leukst. Wat zie ik in deze gegevens? En wat moet ik hiervan vinden? Ik zoek dan een richtlijn op, of een veldnorm of desnoods een studieboek om de gegevens mee te vergelijken. Daarnaast heb ik het gevoel dat ik veel vrijheid krijg en dat ik zelfstandig kan werken. En je ziet veel in deze baan, ook dingen die later in de krant komen.’