Bij het specialisme erfelijke hart- & vaatziekten (ook wel cardiogenetica genoemd) gaat het in het bijzonder om erfelijke hartritmestoornissen en hartspierziekten.
Een belangrijk deel van zorg en onderzoek binnen ons ziekenhuis gaat over het risico op plotselinge hartdood op jonge leeftijd.
Van veel van deze ziektebeelden onderzoeken we of er een erfelijke basis is door familieleden te testen en die preventief te behandelen.
De belangrijkste erfelijke hartritmestoornissen zijn:
- het Lange-QT-syndroom (LQTS);
- het Brugada-syndroom;
- het inspanningsgeboden hartritmestoornis (catecholaminerge polymorfe ventriculaire tachycardie (CPVT);
- abnormale hoge bloeddruk in de longen met gevolgen voor de werking van het hart (primaire pulmonale hypertensie).
De belangrijkste erfelijke hartspierziekten zijn:
- een verdikte hartspier (hypertrofische cardiomyopathie (HCM));
- een verwijde hartspier (gedilateerde cardiomyopathie (DCM));
- een hartspieraandoening met sterk verhoogde kans op ernstige hartritmestoornissen (aritmogene cardiomyopathie (ACM)).
De belangrijkste erfelijke vaatziekten zijn:
Graag leggen wij u uit welke behandelingen er mogelijk zijn binnen ons specialisme. Hierbij kunt u denken aan bepaalde medicatie, aanpassen van leefregels, in brengen van een ICD (Implanteerbare Cadrioverter Defibrillator), het plaatsen van een pacemaker of een ablatie behandeling.
Meer informatie kunt u vinden op:
www.erfelijkehartziekten.nl
www.erfelijkheid.nl
www.harteraad.nl
www.hartspierziektepln.nl
www.hartstichting.nl
www.heartzfoundation.nl