Zwanger zijn na de uitgerekende datum

Een zwangerschap duurt gemiddeld 37 tot 42 weken. Bent u langer dan 41 weken zwanger? Dan krijgt u vaak een of twee extra controles in het ziekenhuis.

Samen met uw verloskundig hulpverlener bespreekt u wat voor u het beste is: een spontane bevalling afwachten of inleiden. Bent u langer dan 42 weken zwanger? Dan bent u serotien. Als u serotien bent zal uw verloskundig hulpverlener adviseren om in te leiden.

Wanneer u 41 weken zwanger bent zal uw verloskundig hulpverlener een inleiding met u bespreken met als doel de bevalling op te wekken. Om een goede beslissing te kunnen maken, is het belangrijk dat u goede informatie krijgt over de optie ‘inleiden’ en de optie ‘afwachten’.

  • Een recent onderzoek naar het inleiden bij 41 weken of afwachten bij 1800 vrouwen met een laag risico zwangerschap liet zien dat inleiden iets beter was dan afwachten, alhoewel het risico op echt ernstige uitkomsten laag was in beide groepen (inleiden 0,4% versus afwachten 1,3%). Er was geen sterfte na de geboorte en er was geen verschil in het percentage vrouwen dat een keizersnede onderging (10,8%).
  • Vraag daarbij uitleg over wat het voor u betekent. Wat is in uw situatie de kans op een vaginale bevalling, kunstverlossing (vacuüm) of keizersnede?
  • Vraag uitleg over wat het voor uw kind betekent. Wat is in uw situatie de kans dat u met uw kind langer in het ziekenhuis moet blijven voor extra controles? Wat is de kans dat uw kind opgenomen moet worden op de kinderafdeling voor behandeling?
  • Bedenk daarnaast wat u en uw partner het belangrijkste vinden. Bijvoorbeeld: hoe belangrijk vindt u het dat de bevalling spontaan op gang komt?

Kijk samen met uw verloskundig zorgverlener naar uw voorkeuren. En hoe het met u en uw kind gaat. Kies dan samen wat voor u de beste optie is.

Indien u niet voor een inleiding kiest zal de conditie van uw kind extra gecontroleerd worden met een echo en een CTG.

Cardiotocograaf (CTG)

Een Cardiotocograaf (CTG) is een apparaat om de hartslag van het kind te meten. U krijgt twee banden om uw buik met daaronder twee meetapparaatjes. Het ene apparaat meet de hartslag van uw kind. Het andere apparaat meet of de buik aanspant en of er weeën zijn. Het CTG meet ongeveer 45 minuten. Zo krijgt uw verloskundig zorgverlener een goede indruk van de conditie van uw kind.

Echo

Met een echo kijkt de echoscopist naar de hoeveelheid vruchtwater. Weinig vruchtwater kan betekenen dat de placenta minder goed werkt. Is de hoeveelheid vruchtwater duidelijk afgenomen? Vaak adviseert uw verloskundig zorgverlener dan om de bevalling in te leiden.

Bespreking na de controle

Uw verloskundig zorgverlener bespreekt de uitkomsten van de onderzoeken met u en beslist samen met u of u ingeleid wilt worden of wilt afwachten