Bevallen in Amsterdam UMC

Bij uw behandeling zijn verschillende zorgverleners betrokken. Een verpleegkundige, een arts wel of niet in opleiding tot gynaecoloog of een klinisch verloskundige (een verloskundige die alleen in het ziekenhuis werkt) zorgen voor u tijdens de bevalling.

Uw specifieke wensen zijn besproken en vastgelegd in een bevalplan. Deze is gescand in uw dossier, zodat iedereen weet wat uw specifieke wensen zijn. De zorgverleners die bij uw bevalling aanwezig zijn kunnen anderen zijn dan degene die u in de polikliniek heeft gezien. Een gynaecoloog is op de achtergrond aanwezig en is eindverantwoordelijk en kan, als het nodig is erbij geroepen worden. In het Amsterdam UMC is er iedere dag van de week 24-uurs beschikbaarheid van een gynaecoloog, operatieteam en kinderarts. Als uw kind na de bevalling extra zorg nodig heeft komt een kinderarts (in opleiding).

Omdat we een academisch ziekenhuis zijn en onze kennis willen doorgeven aan de hulpverleners van de toekomst is een leerling-verloskundige, leerling-verpleegkundige of co-assistent (geneeskunde studenten in opleiding tot arts) aanwezig. Zij leren onder leiding van het team en doen niets zelfstandig zonder uw toestemming. Van hen zal er maar één bij de bevalling aanwezig zijn. Nooit allemaal tegelijk.

Wat neemt u mee?
  • Patiëntenpasje
  • Telefoonnummer kraamzorg
  • Verzekeringspapieren
  • Medicijnen die u gewend bent te gebruiken (in originele verpakking)
  • Toiletartikelen
  • Groot t-shirt of nachthemd om in te bevallen
  • Ochtendjas
  • Slippers
  • Warme sokken
  • Extra ondergoed
  • Voedingsbeha (zo nodig)
  • (Nacht)kleding voor tijdens de opname
  • Kleding voor uw kind (rompertjes, pakjes, mutjes, sokjes en jasje)

Wie zijn er verder bij de bevalling aanwezig?

Rust is belangrijk voor de bevalling. Wie bij de bevalling aanwezig moet zijn, bepaalt u zelf. Voor de rust en ook voor de voortgang van de bevalling is het beter het aantal mensen bij de bevalling te beperken tot maximaal twee; in de meeste gevallen de partner en soms nog een extra persoon.

Sfeer: Muziek en licht

Op de verloskamer is geen muziek of muziekspeler aanwezig. U kunt natuurlijk uw eigen muziek en afspeelapparatuur meenemen. Er is een TV aanwezig en u kunt gebruik maken van het WIFI netwerk van het ziekenhuis. De lichten kunnen worden gedimd, maar het branden van kaarsen of wierook is niet toegestaan vanwege brandgevaar.

Eten en drinken

Tijdens uw verblijf op de verloskamers of kraamafdeling zorgen wij voor eten en drinken. U stelt zelf de maaltijden samen via een voedingsformulier of met de voedingsassistente. Mocht u zelf eten mee willen nemen en hiervoor gebruik willen maken van een magnetron, dan kan dat. Wanneer u op een kraamkamer verblijft verzorgen wij voor uw partner alleen het ontbijt en niet het diner. Voor het bezoek zijn thee- en koffiefaciliteiten aanwezig. Meer informatie over voorzieningen en mogelijkheden tijdens het verblijf op de afdeling staat in de folder praktische informatie over de afdeling Verloskunde.

Rondleiding

U kunt in de weken voor de bevalling bij voorkeur tijdens de voorlichtingsavond een korte rondleiding krijgen op de verloskamers, zodat u een indruk krijgt van de ruimte en de sfeer. Geef dit aan tijdens bezoek aan de polikliniek.

De bevalling

Gemiddeld duurt een eerste bevalling, vanaf het moment dat u goede weeën heeft en de ontsluiting toeneemt 12-24 uur. Om de voortgang van de bevalling in de gaten te houden controleren wij ongeveer iedere twee uur de ontsluiting met behulp van een inwendig onderzoek. Indien er onvoldoende voortgang is zal geprobeerd worden de weeën efficiënter te maken met een medicijn; oxytocine. Oxytocine kan alleen worden gegeven via een infuus. Wij controleren de harttonen van uw kind tijdens de bevalling met een cardiotocogram (CTG) apparaat. Hiervoor krijgt u twee sensoren op uw buik die op hun plek worden gehouden door elastieken banden. Wanneer de vliezen gebroken zijn of als uitwendige registratie niet lukt kan dit ook met een draadje op het hoofd van uw kind. De CTG monitor registreert ook de weeën. Wij kunnen de CTGs van alle vrouwen die aan het bevallen zijn ook buiten de kamer zien als we niet bij u zijn. Naast het bed zit een bel waarmee u de verpleegkundige kunt oproepen als u die nodig heeft.

Houdingen

Tijdens het opvangen van de weeën, het persen en bij de geboorte zelf kunt u verschillende houdingen uitproberen. U kunt lopen, staan, zitten, liggen, leunen of douchen. Er is ook een baarkruk aanwezig waar u gebruik van kunt maken. Er zijn situaties waarbij u op bed moet blijven, zoals na het krijgen van morfine of bij een ruggenprik. In de verloskamers is een bad aanwezig.

Pijnbestrijding

Een bevalling is pijnlijk. Hoeveel pijn de bevalling doet verschilt per vrouw. Tijdens het opvangen van de weeën kan een douche verlichting van de pijn geven en ook massage, ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen. Als dit onvoldoende verlichting biedt zal pijnstilling worden besproken en beslist u samen met de verloskundige of arts wat in uw situatie het beste en meest veilig lijkt.

Lees meer over pijnbestrijding tijdens de bevalling.

De manier van bevallen

Ongeveer drie van de vier bevallingen verlopen via de natuurlijke weg. Als de bevalling niet via de natuurlijke weg verloopt, wordt dit een kunstverlossing genoemd. Dit kan een keizersnede zijn of een vaginale kunstverlossing; de zogenaamde vacuüm (zuignap). Redenen waarom een kunstverlossing wordt verricht zijn verschillend.

De meest voorkomende redenen zijn:

  • het niet verder open gaan van de baarmoedermond;
  • het niet dieper komen van het hoofd tijdens het persen;
  • als het voor het kind niet meer veilig is om langer af te wachten.

Iedereen heeft een kans dat de bevalling eindigt in een kunstverlossing, dit kunnen we van tevoren niet goed voorspellen. Soms is het nodig om een knip (episiotomie) te zetten. Redenen hiervoor kunnen zijn de bevalling sneller te laten verlopen als de harttonen van uw kind aangeven dat hij geboren moet worden of om meer ruimte te maken voor uw kind. Een knip wordt alleen gezet als dat echt noodzakelijk wordt geacht. Ook kan bij het geboren worden van uw kind de huid van de vagina spontaan een stukje inscheuren. Het hechten van zo’n scheur of knip gebeurt onder plaatselijke verdoving op de verloskamer.

Uw kind dichtbij

Direct na de bevalling krijgt u uw kind op de buik/borst gelegd. Dit kan anders zijn als hij of zij snel moet worden nagekeken door degene die de bevalling begeleidt of door de kinderarts. Als u een keizersnede krijgt, kunt u uw kind niet direct langdurig op de buik/borst houden, maar zodra het kan worden u en uw kind bij elkaar gebracht. Uw partner kan in deze gevallen wel het kind vasthouden, zodat er toch huid-op-huid-contact mogelijk is. Soms moet uw kind opgenomen worden op de neonatologie afdeling. De verpleegkundige zal u dan zo snel als mogelijk is naar deze afdeling brengen.

Na de bevalling

Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt. Dit gebeurt, als de conditie van uw kind goed is, pas na meer dan een minuut of als deze geheel uitgeklopt is. U bepaalt zelf wie de navelstreng doorknipt. Nadat de navelstreng doorgeknipt is, wordt de placenta (nageboorte/ moederkoek) geboren. Dit gebeurt niet altijd spontaan. Soms moet deze op de operatiekamer verwijderd worden. Andere redenen om na de geboorte naar de operatiekamer te gaan zijn veel bloedverlies of een grote wond aan de vagina. Na een uur ongestoord moeder-kind contact wordt uw kind nagekeken, gewogen en daarna aangekleed. Als u dat graag zelf wilt doen is dat mogelijk. Uw kind zal niet direct na de bevalling in bad gaan. Om te voorkomen dat hij of zij teveel afkoelt gebeurt dit in de loop van de dagen.

Borstvoeding/flesvoeding

Als u borstvoeding gaat geven kan dit het best zo snel mogelijk na de bevalling gestart worden, bij voorkeur in het eerste uur na de bevalling. De verpleegkundige of de klinisch verloskundige kan u hierbij helpen. Het Amsterdam UMC heeft een borstvoedingscertificering. Dit betekent onder andere dat op de afdeling verloskunde en neonatologie wordt gewerkt volgens de 10 WHO vuistregels voor het wel slagen van borstvoeding en dat alle verpleegkundigen en artsen hiervoor zijn geschoold. Ook hebben we faciliteiten aanwezig om moedermelk af te kolven indien geven van borstvoeding op dat moment niet mogelijk is, maar wel wenselijk.

Als u flesvoeding gaat geven is het prettig als u een eigen fles meebrengt naar het ziekenhuis. Uw kind kan dan wennen aan een eigen speen. De voeding wordt door de afdeling verstrekt. U kunt hierbij niet kiezen in merk voeding, wij hebben 1 soort voeding op voorraad. Wilt u speciale kunstvoeding bijvoorbeeld in verband met een allergie, neem dit dan zelf mee naar de afdeling. In het geval van flesvoeding raden wij u aan een stevig zittende BH mee te nemen om stuwing zoveel mogelijk tegen te gaan.

Bezoek na de bevalling

Wij adviseren om pas als de gehele bevalling achter de rug is bezoek uit te nodigen. Soms duurt het enige tijd voordat de placenta komt, is er veel bloedverlies of moet er nog gehecht worden. Bereidt uw bezoek daarom voor dat het na de geboorte van uw kind soms even duurt voordat zij u kunnen komen feliciteren. Als u of uw kind na de bevalling om medische redenen langer moet blijven, wordt u overgeplaatst naar de kraamafdeling. De vroeggeboren kinderen of kinderen die om andere reden intensieve zorg nodig hebben, bijvoorbeeld omdat zij voor de 35e week geboren zijn of minder dan 2000 gram wegen, worden opgenomen op de IC Neonatologie of op een van de andere afdelingen van de kindergeneeskunde. Ook dan kunt u een aantal dagen op de kraamafdeling verblijven.

Naar huis gaan

Indien er geen complicaties zijn opgetreden en u zelf kunt plassen, mag u binnen 2 tot 4 uur na de geboorte naar huis. Ook wanneer dit ‘s nachts is. De verloskundige die bij u thuis langs zal komen in de periode na ontslag, wordt door de afdeling ingelicht. De kraamzorg moet door uzelf op de hoogte gesteld worden van uw thuiskomst. Er zijn tegenwoordig kraambureaus die ‘s nachts bij u thuis komen voor de eerste opvang. Informeer bij uw kraambureau naar de mogelijkheden. Als uw kind ligt opgenomen of wanneer u bent bevallen met een keizersnede gaat u in principe de tweede dag naar huis. Dus als u op maandag de keizersnede heeft gehad gaat u op woensdagochtend naar huis. Voor het ontslag krijgt u een ontslag gesprek met de verpleegkundige en ook met uw verloskundig hulpverlener. De arts of klinisch verloskundige bespreekt met u wat de gebruikelijke klachten zijn, leefregels (voor persoonlijke verzorging, (huishoudelijke) werk, sporten), medicijnen voor thuis, etc.. De verpleegkundige bespreekt met u de nazorg in de eerste periode thuis, kraamzorg en evt. controle afspraken op de polikliniek. In dit gesprek kunt u ook aangeven hoe u het verblijf hebt ervaren. Bij ontslag krijgt u de nodige brieven mee voor de zorgverleners, zoals huisarts, verloskundige, kraamzorg, die de zorg en verder begeleiding in thuissituatie gaan overnemen. Deze brieven zijn ook te vinden in MyChart. Ook als er in de periode tot zes weken na de bevalling nog klachten ontstaan adviseren wij u om contact met ons op te nemen, na deze periode neemt u contact op met de huisarts.

Geen plaats of overplaatsing

Amsterdam UMC is een academisch ziekenhuis met een zorgplicht naar de hele regio en soms ook daarbuiten voor ernstig zieke moeders en hun kinderen die niet in een regioziekenhuis verzorgd kunnen worden. Dit betekent dat u soms overgeplaatst wordt naar een regioziekenhuis om plaats te maken voor deze ernstig zieke moeders met hun kinderen. Waar mogelijk wordt gestreefd om over te plaatsen naar een ziekenhuis bij u in de buurt of waar u reeds bekend bent.

Daarbij kent Nederland een beperkt aantal opnamemogelijkheden voor couveusekinderen die intensieve zorg nodig hebben. Of er opnamecapaciteit is voor uw kind bepaalt soms ook of u in Amsterdam UMC kunt bevallen. Omdat dergelijke plekken schaars zijn, is het niet altijd mogelijk u in de buurt van uw woonomgeving te plaatsen.

Wie past er thuis op?

Als u kinderen heeft of er huisdieren zijn die niet alleen thuis kunnen blijven, moet u een oppas regelen die op onverwachte momenten in te schakelen is. Bespreek dit tijdig zodat u hier geen zorgen over heeft als het zover is.

Foto's en video's maken

Bespreek van tevoren wie er foto’s en/of video’s gaat maken en wanneer en wat er wel en wat niet gefotografeerd en/of gefilmd mag worden.

Contact

Wilt u meer informatie of zijn er dingen die speciaal op u betrekking hebben die u wilt bespreken. Aarzel niet om deze vragen tijdens de poliklinische controles te bespreken met uw verloskundig hulpverlener.