Een meerlingzwangerschap vergt over het algemeen meer van de zwangere vrouw dan een eenlingzwangerschap. In het begin van de zwangerschap is er een grotere kans op klachten als misselijkheid, braken en moeheid. Omdat de baarmoeder snel groeit, zijn ook in de loop van de zwangerschap klachten als harde buiken, moeheid en slecht slapen niet ongebruikelijk. Zwangerschapsstrepen op de huid (striae) ontstaan sneller dan bij een eenlingzwangerschap.
De gemiddelde zwangerschapsduur is bij een tweeling 37 weken, bij een drieling 34 weken en bij een vierling 31 weken. Bij een meerlingzwangerschap is de kans op complicaties groter dan bij een eenlingzwangerschap. De belangrijkste complicaties zijn vroeggeboorte en het achterblijven in groei van één of beide kinderen. Andere problemen die vaker voorkomen, zijn een hoge bloeddruk of zwangerschapsvergiftiging en bloedarmoede. Bij meerlingzwangerschappen waarbij de kinderen een placenta en/of vruchtzak delen, kunnen soms specifieke complicaties optreden. Hierover kan de gynaecoloog u meer vertellen.
Zwangerschapscontroles
Als u zwanger bent van een meerling, bent u onder controle bij de gynaecoloog. Bij een meerlingzwangerschap vinden doorgaans vaker controles plaats. Bij elk bezoek meten we uw bloeddruk. Controle van het gewicht en de urine is geen routine. In het begin van de zwangerschap beoordelen we het tussenschot om te beoordelen of het een monochoriale of bichoriale zwangerschap is. Om de groei en de functie van de placenta(s) van de baby’s te beoordelen, vindt regelmatig echoscopisch onderzoek plaats. Als u zwanger bent van een monochoriale tweeling (met een dun of afwezig tussenschot), krijgt u elke 2 weken een echo. Ook wordt rond de 19e zwangerschapsweek uitgebreid echoscopisch onderzoek van de baby’s verricht, omdat er bij monochoriale tweelingen een iets verhoogde kans op een aangeboren afwijking bestaat. Bij een bichoriale tweeling is dit risico niet verhoogd en krijgt u een standaard 18-20-weken echo aangeboden om te kijken naar structurele afwijkingen. Dit is dezelfde echo als bij een eenling zwangerschap. Daarnaast krijgt u bij een bichoriale tweeling elke 4 weken een groeiecho.
Algemene adviezen voor zwangeren
Bij een meerlingzwangerschap kunt u alles blijven doen wat u ook deed toen u niet zwanger was, zoals werken, sporten, vrijen, fietsen, autorijden, enzovoorts.
Vanaf 20-24 weken adviseren we u het werk te beperken tot 4 uur per dag en volledig te stoppen vanaf 26-30 weken. Het blijft ten allen tijde belangrijk dat u goed voor uzelf zorgt en naar uw lichaam luistert. Bedenk dat u bij een meerlingzwangerschap sneller dan bij een eenling sommige dingen niet meer zult kunnen doen als gevolg van moeheid, klachten of de grote buik die hinderlijk wordt.
Hebt u een druk gezin met andere (kleine) kinderen, overweeg dan extra hulp in te schakelen tegen het einde van de zwangerschap, omdat u vaak zelf weinig meer aankunt.
Zwangerschapscomplicaties
De belangrijkste complicaties bij een meerlingzwangerschap zijn vroeggeboorte, achterblijven in groei en een hoge bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap. Een tweetal speciale complicatie van een monochoriale tweeling zijn een transfuseur-transfusé-syndroom, ook wel een ‘twin-to- twin’- transfusiesyndroom genoemd en een tweeling anemie polycythemie sequentie (TAPS).
Vroeggeboorte
Een vroeggeboorte is een bevalling voor de 37 weken zwangerschap en is meestal het gevolg van spontane voortijdige weeën en/of vruchtwaterverlies. Samentrekkingen van de baarmoederspier die pijnlijk en regelmatig zijn (weeën), bloed- en/of slijmverlies en vruchtwaterverlies kunnen betekenen dat de bevalling op gang aan het komen is. De kans op een vroeggeboorte is verhoogd bij een tweeling, sterk verhoogd bij een drieling en nog sterker bij een vierling. Soms komen de baby’s te vroeg omdat de gynaecoloog het raadzaam vindt in te grijpen, bijvoorbeeld bij een ernstige groeiachterstand van één of alle baby’s . Mede als gevolg van vroeggeboorte hebben meerlingbaby’s ook een lager geboortegewicht en is de kans op sterfte groter. Zo weegt 8 procent van de tweelingen minder dan 1500 gram bij de geboorte, van de drielingen is dat 30 procent en van de vierlingen 55 procent.
Groeiachterstand
Als bij echoscopisch onderzoek blijkt dat één of meer baby’s te weinig groeien, adviseert de gynaecoloog veelal de frequentie van echo’s te verhogen. Op een gegeven moment kan opname in het ziekenhuis nodig zijn om de conditie van de baby’s goed te controleren. Meestal registreert de verpleegkundige dagelijks de harttonen van de baby’s met een cardiotocogram (CTG). De gynaecoloog beoordeelt steeds de bevindingen van echoscopisch- en CTG-onderzoek. Blijkt dat de conditie van een van de baby’s achteruitgaat, dan wordt dat met u besproken.
Om deze reden kan het nodig zijn de bevalling op te wekken voor 37 weken zwangerschapsduur. Afhankelijk van de situatie zal de gynaecoloog met u bespreken dat de bevalling ingeleid zal worden of dat een keizersnede gedaan zal worden.
De situatie is soms bij een zwangerschapsduur minder dan 33-34 weken moeilijk als het voor de kleinste baby het beter is om geboren te worden, terwijl de grootste baby (of de grootste baby’s) hier nog niet aan toe is (zijn). De gynaecoloog en kinderarts vertellen u hoe het beste gehandeld kan worden en welke gezondheidsrisico’s voor de baby’s te verwachten zijn.
Een hoge bloeddruk
Een hoge bloeddruk komt vaker voor bij een meerlingzwangerschap. Evenals bij een eenlingzwangerschap krijgen de aanstaande moeder en baby’s dan extra aandacht.