Rosan Goering, functioneel applicatiebeheerder bij Livio, is afgestudeerd aan de Master Health Informatics

Door de invloed van wonden op het welbevinden van patiënten en het feit dat gezamenlijke wondbeoordeling niet altijd mogelijk is, zijn goede wondregistratie- en rapportage cruciaal. Daarnaast wordt het multidisciplinair en transmuraal behandelen van patiënten met een wond steeds belangrijker. Onderzoek wijst uit dat een goede wonddocumentatie en -classificatie belangrijk zijn voor effectief wondmanagement en het vermijden van hogere kosten en patiëntlijden.
Maar wat is de juiste manier van registratie? Hoe kunnen we onze zorgmedewerkers zo optimaal mogelijk ondersteunen in de wondregistratie- en rapportage in het in gebruik zijnde Elektronisch Cliënte Dossier (ECD)? En wat is er nodig om de gegevens tussen betrokken partijen uit te wisselen?
Op bovenstaande vragen is antwoord gegeven in mijn onderzoek. Door middel van literatuuronderzoek naar best practices en informatiestandaarden in wondzorg is een eerste versie van een Programma van Eisen opgesteld. Tijdens interviews met (wond)verpleegkundigen zijn daarnaast extra eisen opgehaald en werden mogelijke inrichtingsopties opgehaald. In een focusgroep met zorgprofessionals is het Programma van Eisen besproken en vervolgens gecomplementeerd. De focusgroep gaf daarnaast antwoord op de vraag welke werkwijze de zorgprofessionals het meest haalbaar en praktisch achten in de praktijk en welke randvoorwaarden van belang zijn bij de implementatie van een nieuwe werkwijze.
Het onderzoek wees uit dat volgens de literatuur zowel de wondbeoordeling als wondrapportage met behulp van modellen (ALTIS, TIME, WCS) uitgevoerd en vastgelegd dienen te worden en dat de wondzorgcategorie en wondclassificatie worden vastgelegd. Deelnemers aan de interviews en focusgroep gaven aan de vastlegging van de wondbeoordeling en rapportage met behulp van de modellen belangrijk te vinden, maar vinden het vastleggen van de wondzorgcategorie en wondclassificatie minder van belang. Voornaamste reden hiervoor is dat het volgens hen op dit moment enkel een registratielast oplevert. Wanneer het vastleggen van deze informatie de zorgprofessional op een later moment helpt in het proces (bijvoorbeeld in de vorm van beslissingsondersteuning), zien ze meer het nut van het vastleggen van deze gegevens.
Op het gebied van gegevensuitwisseling heeft Nictiz een aantal standaarden beschikbaar. Deze standaarden zijn naast mogelijke inrichtingsopties gelegd waarna geadviseerd kon worden welke werkwijze het beste bijdraagt aan het (op den duur) gestandaardiseerd uitwisselen van gegevens.
De conclusie van het onderzoek is dat één methode in het ECD het beste aansluit bij de eisen vanuit de literatuur en dat deze door de focusgroepdeelnemers ook als meest gebruiksvriendelijk wordt verwacht. Wel gaven eindgebruikers nog een aantal randvoorwaarden aan in de betreffende methode/module in het ECD die directe implementatie nog niet mogelijk maakt.
Daarnaast wijst het onderzoek uit dat niet enkel op een nieuwe methode gefocust dient te worden, maar dat ook aandacht moet zijn voor een goede implementatie. Zorgprofessionals willen weten hoe ze de modellen moeten toepassen, hoe het werkt in het ECD en ze moeten beschikken over de juiste middelen en managementondersteuning.