Eloy Zoet, Sr. Product Manager Philips, is afgestudeerd aan de master Health Informatics.
‘Kan het meten van het volwassenheidsniveau van patiënt betrokkenheid (patient engagement) en een ondersteunende toolkit een zorgorganisatie helpen om meer betrokken te raken bij hun patiënten?
Er vindt een verschuiving plaats in de gezondheidszorg waarbij zorgorganisaties afstappen van het traditionele model waarin het gezondheidssysteem de centrale spil van de zorg is naar het gebruik van zorgpaden waarbij de patiënt centraal staat, direct betrokken is en de zorgverlener de patiënt ontmoet waar hij is. Helaas worstelen veel zorgorganisaties met het concept van verandering waarbij de patiënt een prominentere rol heeft in het zorgproces.
Mijn onderzoek richt zich op het meten van het volwassenheidsniveau van patiënt betrokkenheid in Nederlandse zorginstellingen met de totstandkoming van een toolkit die helpt de resultaten zichtbaar te maken en actiegerichte verbeteringsactiviteiten aan te bieden.
De resultaten van het onderzoek bieden een basisbegrip van de volwassenheidssituatie van patiënt betrokkenheid in Nederlandse zorginstellingen. Het beeld dat naar voren komt is dat er een hoge mate van bereidheid is op het gebied van gezondheids- of aandoening gerelateerde onderwerpen en deze met de patiënt bespreken. Helaas lijken er beperkingen te zijn met het opnemen van patiëntbetrokkenheid in alle gebieden van de gezondheidszorg, onder andere gebrek aan tijd om verbeteringen door te voeren, de mogelijkheid om verbeteracties te evalueren en hun effect op het volwassenheidsniveau op langere termijn te monitoren.
Het objectief meten van het volwassenheidsniveau van patiëntbetrokkenheid en het bieden van verbeteractiviteiten is een stap in de richting van een grotere betrokkenheid van zorgorganisaties bij hun patiënten. Echter zouden metingen over een langere periode herhaalt moeten worden om beter te begrijpen of verbeteringsactiviteiten leiden tot de voorgestelde effecten. De toolkit kan hier als basis voor dienen en verder verfijnd worden met aanvullend onderzoek.’