Zorgconsumptie voor en na deelname aan een boezemfibrilleren telemonitoringsprogramma

Laura Breukel, cardioloog bij het Spaarne Gasthuis, is afgestudeerd aan de master Health Informatics

Tijdens de eerste Corona lockdown in 2020 was het plotseling en snel van belang om patiënten zoveel mogelijk fysiek weg te houden uit het ziekenhuis, maar toch de benodigde zorg te leveren. In het OLVG te Amsterdam is er toen voor cardiologie patiënten een telemonitoringsprogramma opgezet waarbij patiënten thuis metingen kunnen doen, welke via een applicatie door zorgverleners op afstand kunnen worden gecontroleerd. Dit zijn onder andere bloeddruk en gewicht, maar ook een meting van het hartritme via de camera van de smartphone van patiënt.

Na de lockdowns is de initiële wens van borgen van zorg tijdens de corona lockdowns verschoven naar borgen van zorg in een overbelast zorgsysteem waar wachttijden op de poliklinieken stijgen en er steeds vaker sprake is van presentatiestops op volle spoedeisende hulp afdelingen. Maar zorgt het telemonitoringsprogramma in de huidige vorm wel voor een afname van de zorgvraag? Door middel van dossieronderzoek heb ik dit onderzocht voor patiënten met boezemfibrilleren.

Er werden 146 patiënten geïncludeerd in de studie. De gemiddelde leeftijd was 69 jaar met een spreiding van 30 tot 94 jaar. Van alle deelnemers had één op de tien een leeftijd van boven de 80 jaar. Patiënten deden een mediaan van zes metingen per maand in de app. Eén derde van alle metingen viel buiten de ingestelde grenswaarden en werd dus actief nagekeken door een gespecialiseerd cardiologie verpleegkundige. Ondanks dat er slechts drie dagen per week meldingen werden bekeken, waren zij in staat om snel te reageren met een gemiddelde reactietijd van 26 uur. Patiënten waren tevreden over het gebruik van de applicatie met een mediane tevredenheidsscore van vier uit vijf sterren.

Er was geen verschil in spoedeisende hulp bezoeken voor en na deelname aan het telemonitoringsprogramma. Er werd een afname van één fysiek polikliniek bezoek per patiënt per jaar gezien. Dit verschil viel weg na correctie voor het percentage van vervolgduur binnen de eerste COVID lockdown. Zonder controlegroep is het niet te zeggen of dit door het telemonitoringsprogramma of door de COVID lockdown zelf komt. Er werd een significante toename van korte digitale contacten gezien van nul naar negen contacten per jaar, door het contact met de verpleegkundigen via het telemonitoringsprogramma.

De studie laat zien dat er in de huidige vorm geen afname van zorgconsumptie is voor patiënten die deelnemen aan het telemonitoringsprogramma voor boezemfibrilleren. Redenen hiervoor zijn waarschijnlijk dat de groep patiënten die deelnam aan het programma bij aanvang al weinig zorg nodig had en dat het programma nog onvoldoende ondersteuning biedt voor zelfmanagement. Een volgende stap zou zijn om meer educatieve informatie aan te bieden en om zelfzorg protocollen te ontwikkelen.   

Het onderzoek heeft mij inzicht gegeven in de voorwaarden waar een boezemfibrilleren telemonitoringsprogramma aan moet voldoen om afname van zorgvraag te bewerkstelligen. Deze kennis pas ik momenteel toe bij het opzetten van een nieuw boezemfibrilleren telemonitoringsprogramma in het Spaarne Gasthuis.