De subcutane mastectomie duurt ongeveer twee uur en wordt verricht onder algehele narcose.
Er zijn verschillende operatietechnieken; welke techniek wordt gebruikt, hangt samen met vorm van uw borsten en tepels en hoe soepel de huid is. Volgens ons beleid wordt uw borstkas te allen tijde voorzien van tepels. Als de tepelhof – dus de gekleurde huid rond de tepel – groot is, kan deze waarschijnlijk tijdens de operatie worden verkleind voor een ‘mannelijker’ resultaat.
Er zijn drie operatietechnieken mogelijk:
- De keyhole techniek: via een snede onder de tepelhof zonder huidverwijdering
- De donut-techniek: rondom de tepelhof wordt huid verwijderd
- De dubbele snede techniek: via een snede in de borstplooi en rondom de tepelhof, met horizontaal litteken.
1. De keyhole techniek: snede onder de tepelhof zonder huidverwijdering
Deze operatietechniek is alleen geschikt voor zeer kleine borsten met een kleine tepelhof en een elastische huid.
De operatie begint met een snede in de onderrand van de tepelhof waaruit alle borstklierweefsel wordt verwijderd. Er ontstaat een holte waarin een drain (dun slangetje) wordt geplaatst om bloed en vocht af te voeren. De snede wordt daarna gesloten met onderhuidse oplosbare hechtingen en huidlijm. De drains worden de dag na de operatie verwijderd, mits er niet te veel vocht uit de wond lekt.
Keyhole techniek
2. Donut-techniek: huid verwijderen rondom tepelhof
Deze operatietechniek is alleen geschikt voor kleine borsten die (bijna) niet hangen met een stevige, elastische huid.
De operatie begint met twee sneden rondom de tepelhof. Via de sneden wordt huid weggehaald. Dit is ringvormig, vandaar de naam donut.
Daarna wordt borstklierweefsel weggehaald via een snede langs de onderrand van de tepelhof. Tenslotte wordt de buitenste cirkel op de binnenste cirkel gehecht. Hierdoor komt er een rond litteken om de tepelhof.
Bij deze operatie worden er ook drains (dunne slangetjes) geplaatst om bloed en vocht af te voeren. De drains worden de dag na de operatie verwijderd, mits er niet te veel vocht uit de wond lekt.
Donut-techniek
Resultaten van de donut techniek:
- De littekens komen rondom de tepelhof en zijn dus ringvormig. Soms zit er na de operatie een rimpeling langs het litteken; in de loop van de tijd vermindert of verdwijnt dat.
- De grootte van de tepelhof kan in deze operatie worden verkleind en de plaats van de tepel iets kan worden verplaatst.
- Het is mogelijk dat de tepel nog iets uitrekt en van vorm gaat veranderen.
- Het gevoel in de tepel blijft behouden.
3. Dubbele snede techniek: snede in borstplooi en rondom tepelhof, horizontaal litteken
Deze operatietechniek is vooral geschikt voor middelgrote tot grote borsten.
Deze operatie begint met een snede die parallel loopt aan de grote borstspier. Uit deze snede wordt borstklierweefsel en overtollig huid verwijderd.
De tepels worden van de borstkas afgehaald en de grootte van de tepels wordt aangepast. Daarna worden de tepels weer op de gewenste plaats aangehecht. Op de tepels wordt een verband gedaan, zodat de tepels goed kunnen ingroeien. Na een week wordt het verband verwijderd op de polikliniek.
Aan de zijkanten van de snede worden drains (dunne slangetjes) aangebracht om bloed en vocht af te voeren. De drains worden de dag na de operatie verwijderd, mits er niet te veel vocht uit de wond lekt.
Dubbele snede-techniek
Resultaten van de dubbele snede techniek:
- Deze operatietechniek laat twee grote horizontale littekens achter onder de borst.
- De grootte van de tepelhof kan in deze operatie worden verkleind en de plaats van de tepel kan iets worden aangepast.
- Het is mogelijk dat de tepel nog iets uitrekt en van vorm gaat veranderen.
- De tepel is na de operatie gevoelloos.