Keizersnede

Een keizersnede wordt ook wel sectio caesarea genoemd. De gynaecoloog maakt een snee in de buik en baarmoeder en haalt het kind daardoor naar buiten.

Als u niet eerder een keizersnede heeft gehad wordt het kind meestal binnen vijf minuten na het begin van de operatie geboren, bij een herhaal keizersnede duurt dit vaak langer. De hele operatie duurt ongeveer 45-60 minuten.

In het kort

  • Bij een keizersnede wordt het kind via een snee in de buik geboren.
  • De keizersnede is gepland na 39 weken zwangerschap.
  • U mag één persoon meenemen.
  • De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik. Dat is veiliger dan narcose.
  • De operatie duurt ongeveer 45-60 minuten.

Informatiefilm geplande keizersnede

Onderstaande video gaat alleen over de geplande keizersnede op locatie AMC. For English, see below.

Informatie over bevallen na eerdere keizersnede:
Amsterdam UMC Locatie AMC - Bevallen na een eerdere keizersnede

Keizersnede

Welke datum

Via het Verloscentrum krijgt u te horen op welke datum de keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Voor 39 weken kan het kind nog veel vocht in de longen hebben bij een keizersnede waardoor het kind na de geboorte soms problemen kan hebben met ademhalen.

Uw bevalling kan natuurlijk ook eerder beginnen. U bespreekt van tevoren met uw gynaecoloog wat er dan gebeurt: een keizersnede of toch een vaginale bevalling proberen. Zo weet u van tevoren wat u kunt verwachten.

In Amsterdam UMC wordt een keizersnede soms ook verricht op een spoedprogramma. Indien dat bij u zo is, wordt u de dag voor de operatie in het ziekenhuis verwacht voor het opname gesprek. U mag daarna thuis slapen. Op de dag van de operatie komt u op het afgesproken tijdstip uur naar de locatie van Amsterdam UMC. Bij grote drukte op het spoedprogramma lukt het niet altijd de operatie ook op de dag van aanmelding uit te voeren. De keizersnede schuift dan door naar de volgende dag. Wij doen er uiteraard alles aan u zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de stand van zaken.

Wie mag u meenemen bij de keizersnede?

U mag één persoon meenemen bij de keizersnede. De meeste vrouwen kiezen hun partner. Maar u kunt zelf ook kiezen om uw moeder of een vriendin mee te nemen. De keuze is aan u.

Verdoving bij een keizersnede

U krijgt een afspraak bij de anesthesioloog. Dat is een specialist die zorgt voor de verdoving tijdens de keizersnede. Hij of zij bespreekt of een ruggenprik voor u geschikt is en wat de risico’s zijn. Met een ruggenprik is alleen uw onderlichaam verdoofd. Een ruggenprik is veiliger dan volledige verdoving (narcose), zowel voor u als voor uw kind. Ernstige problemen door een ruggenprik komen bijna nooit voor. Een voordeel is dat u de geboorte van uw kind kunt meemaken.

Voorbereiding thuis voor de keizersnede

  • U mag vanaf zes uur voor de operatie niets meer eten. Tot twee uur voor de operatie mag u alleen heldere dranken drinken (zoals limonade, appelsap, thee).
  • Nagellak en make-up zijn niet toegestaan en sieraden moeten af en kunt u het beste thuislaten.
  • U mag geen contactlenzen in. Een eventuele bril mag u ophouden.
  • Uw partner of iemand anders is bij de keizersnede aanwezig. Het is verstandig dat diegene thuis ontbijt.
  • Er mag in de operatiekamer gefotografeerd worden, mits de medewerkers niet herkenbaar in beeld gebracht worden. Er mag niet gefilmd worden.

De dag van de keizersnede

De verpleegkundige bereid u voor op de operatie:

  • De harttonen van uw kind worden beluisterd.
  • Uw bloeddruk, temperatuur en hartslag worden gemeten.
  • Er wordt bloed afgenomen.

U krijgt een operatiejas aan en mag plaatsnemen in het bed. Tevens krijgt degene die meegaat een operatiepak aan. De verpleegkundige brengt jullie samen naar de verkoeverafdeling. Het kan zijn dat u enige tijd op de verkoever moet wachten voordat u naar de operatiekamer (OK) gaat, bijvoorbeeld omdat een spoedgeval voorgaat.

Wat gebeurt er bij de keizersnede?

In de operatiekamer

Er zijn veel zorgverleners in de operatiekamer. De anesthesioloog en een medewerker, de operatieassistenten en de gynaecoloog samen met een gynaecoloog in opleiding, verpleegkundigen en mogelijk de kinderarts en eventueel andere stagiaires. Houd rekening met zo’n acht tot vijftien personen. In de operatiekamer neemt u plaats op een smalle operatietafel en wordt u aangesloten op een monitor. Ook krijgt u een bloeddrukband om uw arm en wordt een infuus ingebracht.

Ruggenprik

  • U krijgt eerst een verdoving van de huid. Dit geeft kort een scherpe pijn.
  • U moet uw rug bol maken. Zo kan de anesthesioloog de verdoving tussen de ruggenwervels spuiten. Meestal is dit niet pijnlijk.
  • Soms voelt u even een schok in een been. Dat is niet gevaarlijk.
  • Als de verdoving is ingespoten, krijgt u een warm gevoel in benen en billen.
  • Als laatste voorbereiding wordt uw buik gedesinfecteerd en afgedekt met een steriele doek. Tevens wordt er ter hoogte van uw borst een doek opgehangen, zodat u de operatie niet direct kunt zien. Uw partner of iemand anders die bij de keizersnede aanwezig is, kan bij het hoofdeinde gaan zitten.

Wordt u misselijk of ‘niet lekker’?

Door de ruggenprik kunt u een lage bloeddruk krijgen. U merkt dat eerder dan onze apparatuur het kan meten. Zeg dit daarom direct tegen de arts. Er gaat dan minder bloed naar het kind. Dit is met medicijnen goed op te lossen.

Soms lukt het niet om een ruggenprik te geven of voelt een vrouw na een ruggenprik nog steeds pijn, dan is volledige verdoving (algehele narcose) nodig. De anesthesioloog brengt u in slaap met medicijnen via het infuus. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.

Geboorte

  • De gynaecoloog controleert eerst met een pincet of u geen pijn meer voelt. U voelt dat de gynaecoloog aan uw buik trekt of duwt, maar u voelt als het goed is geen pijn. De operatie begint als de verdoving werkt.
  • De gynaecoloog maakt een snee vlak boven uw schaambeen. De blaas ligt voor een deel voor de baarmoeder. De gynaecoloog schuift de blaas opzij.
  • Daarna maakt de gynaecoloog een snee in de onderkant van de baarmoeder. De gynaecoloog haalt het kind uit de baarmoeder. Meestal moet er op uw buik worden geduwd voor de geboorte. Als u dat wilt kunnen u en uw partner meekijken als het kind wordt geboren.
  • De gynaecoloog of assistent knipt de navelstreng door.

Gentle Sectio

In Amsterdam UMC is het mogelijk de keizersnede volgens het Gentle Sectio principe uit te voeren.

  • Ons streven is om alle geplande keizersnedes, die overdag plaatsvinden, volgens het principe van een ‘Gentle Sectio’ te verrichten. Dit houdt in dat moeder en kind niet gescheiden worden.
  • De verpleegkundige van de kraamafdeling zal gedurende de gehele operatie aanwezig blijven om het kind te observeren. Indien mogelijk zal er gelijk geprobeerd worden of het kind aan de borst wil drinken.
  • De verpleegkundige blijft bij het nieuwe gezin tot moeder weer op de uitslaapkamer is. Hierna dient de partner of familie bij moeder aanwezig te blijven zolang het kind bij moeder op de borst ligt om haar hierin te kunnen ondersteunen.
  • Indien de keizersnede in een spoedsituatie, onder algehele narcose of in de avond/nacht plaats vindt, is het helaas niet mogelijk om de keizersnede volgens het principe van een ‘Gentle Sectio’ te laten verlopen.

Kind

Alleen wanneer er complicaties optreden, neemt de kinderarts uw kind mee naar de opvangkamer. Deze kamer bevindt zich direct naast de operatiekamer. Uw partner kan meelopen naar de opvangkamer. Soms heeft uw kind wat hulp nodig om helemaal zelf te gaan ademhalen. De kinderarts kan dan eventueel het mondje uitzuigen of met een kapje extra zuurstof toedienen.

Als alles goed gaat komt uw kind zo snel mogelijk weer bij u terug en wordt hij of zij op uw borst gelegd. U kunt hem of haar aanraken en er kunnen foto’s gemaakt worden.

Soms moet uw kind worden opgenomen op de NICU. In dat geval brengt de kinderarts uw kind nadat u het nog gezien heeft direct naar de kinderafdeling met uw partner. In dit geval kan uw kind helaas niet naar de uitslaapkamer komen.

Hechten

Na de geboorte duurt de operatie nog zo’n 30 tot 45 minuten. De gynaecoloog haalt de moederkoek (placenta) uit de baarmoeder. Daarna sluit hij of zij de baarmoeder en de huid. Deze hechting lost vanzelf op in de komende weken en hoeft er niet uitgehaald te worden. Hierna gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) totdat het gevoel in uw benen weer terug is en uw toestand stabiel is. Een verpleegkundige van de afdeling Verloskunde komt u ophalen en brengt u naar de kraamafdeling.

Wat zijn de risico's van een keizersnede?

Bij een keizersnede of een vaginale bevalling komen ernstige problemen (complicaties) weinig voor. Voor de moeder geeft een keizersnede wat extra risico in vergelijking met een vaginale bevalling. Als er geen medische reden is voor een keizersnede, is een vaginale bevalling dus veiliger voor de moeder. Voor het kind is een keizersnede niet beter of slechter dan een gewone bevalling.

Voor het kind zijn er bij een geplande keizersnede wel vaker tijdelijke ademhalingsproblemen. Deze problemen komen gelukkig weinig voor.

Risico’s voor het kind

Bij een geplande keizersnede heeft een kind meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms heeft het kind beademing nodig. Zo nodig blijft het kind enkele dagen aan de monitor. Soms is een opname op een intensive care nodig. Hoe verder de zwangerschap is, hoe kleiner de kans hierop is. Daarom wordt een geplande keizersnede bijna altijd na 39 weken zwangerschapsduur gedaan.

Risico’s voor de moeder

  • Bloedingen: Bij een keizersnede verliest u meestal meer bloed dan bij een vaginale bevalling. Daarom krijgt u vaak een medicijn om de baarmoeder goed te laten samentrekken. Door bloedverlies kunt u bloedarmoede krijgen. Soms is een bloedtransfusie nodig.
  • Nabloeding: Na de operatie kan soms een bloeding in de buik of vagina ontstaan.
  • Trombose: Bij trombose sluit een bloedstolsel een bloedvat af. U kunt trombose krijgen in een been of in de longen (longembolie). Trombose in de longen kan gevaarlijk zijn. U krijgt de eerste dagen injecties met bloedverdunners. Hierdoor is de kans op trombose kleiner.
  • Wondinfectie: Bij sommige vrouwen gaat de wond ontsteken. Het kan een paar weken duren voordat de ontsteking over is. Om de kans op wondinfectie kleiner te maken, krijgt u tijdens de keizersnede antibiotica.
  • Schade aan darmen en urinewegen. Dit komt soms voor, maar is erg zeldzaam.
  • Problemen bij een volgende bevalling: Bij een volgende zwangerschap is er bij een vaginale bevalling een grotere kans op scheuren van het keizersnedelitteken. Dit komt bij ongeveer 8 van de 1.000 vrouwen voor. Na een of meerdere keizersnedes is de kans groter dat de placenta (moederkoek) voor de uitgang ligt of ingroeit in het litteken. Er is dan vaak veel bloedverlies. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn de baarmoeder te verwijderen.

U heeft een grotere kans op de problemen die hierboven staan als u:

  • een ongeplande keizersnede krijgt;
  • overgewicht hebt;
  • diabetes heeft;
  • al eerder een keizersnede heeft gehad.

Andere risico's zijn:

  • Bijwerkingen van de ruggenprik of narcose, bijvoorbeeld misselijkheid, hoofdpijn of pijn in de rug op de plek van de prik. Meestal gaan deze klachten na een paar dagen over.
  • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens. De kans daarop is groter bij een ongeplande keizersnede.
De kraamtijd

De eerste dag na de keizersnede worden u en uw kind verzorgd door een verpleegkundige. Zij of hij zal proberen uw partner hier zoveel mogelijk bij te betrekken. Geleidelijk aan gaan jullie steeds meer doen in de verzorging van jullie kind. Bijna altijd kan uw partner op dezelfde kamer blijven slapen, hierdoor kan hij of zij volop participeren in de zorg voor jullie kind.

Borstvoeding

Als u borstvoeding gaat geven, helpt de verpleegkundige u met het aanleggen van het kind aan de borst. We proberen dit zo snel mogelijk na de operatie te doen.

Nazorg voor moeder

Als u terugkomt op de kraamafdeling, heeft u nog een infuus en een blaaskatheter. U kunt nog niet uit bed. De verpleegkundige zal u verzorgen en uw temperatuur, hartslag en bloeddruk controleren. Ook wordt gelet op vaginaal bloedverlies. U bent niet alleen kraamvrouw, maar ook een operatiepatiënt. Daarom is het kraambed na een keizersnede anders dan bij een gewone bevalling.

Tegen de pijn krijgt u zo goed mogelijke pijnstilling. Het is belangrijk dat u goed aangeeft hoeveel pijn u heeft. Om trombose te voorkomen krijgt u iedere dag tot het ontslag naar huis een injectie in uw bovenbeen met een antistollingsmiddel (‘bloedverdunner’). Als u zich goed voelt en niet misselijk bent, kunt u weer rustig beginnen met eten en drinken.

De dag na de operatie verwijdert de verpleegkundige het infuus en de blaaskatheter. U kunt onder begeleiding van de verpleegkundige voor het eerst weer uit bed en vaak lukt het dan ook om te douchen. U zult merken dat u elke dag meer kan en dat alles steeds makkelijker gaat. Het is belangrijk om regelmatig even uit bed te komen maar ook om voldoende te rusten tussendoor zodat uw lichaam kan herstellen.

Naar huis

Als alles goed gaat, mag u op de tweede dag na de operatie in de ochtend naar huis. Voorwaarde is dat u weer enigszins mobiel bent en met ondersteuning (bijvoorbeeld van uw partner) naar het toilet kunt. Voordat u met ontslag gaat voeren de arts of klinisch verloskundige en de verpleegkundige een ontslaggesprek. In dit gesprek krijg u informatie voor de eerste periode thuis. Als u een recept wenst voor anticonceptie (pil of spiraal), kunt u dit met de arts of verloskundige bespreken.

Als u binnen zeven dagen na de keizersnede naar huis gaat, heeft u nog recht op kraamzorg thuis. In verband met de planning van deze zorg is het verstandig om de dag van de bevalling en het geplande ontslag bijtijds door te geven aan het kraamzorgbureau.

Uw goede en slechte ervaringen helpen ons de kwaliteit van onze zorg te verbeteren. Deze horen wij graag. Wilt u het doorgeven aan ons? Tevens wordt besproken of er vervolgafspraken nodig zijn voor u en/of uw kind.

Wij raden u aan om met een rolstoel naar de uitgang van het ziekenhuis te gaan. Deze staan bij de uitgang van het ziekenhuis. Uw partner kan deze meenemen naar de afdeling samen met het autostoeltje.

Na ontslag dragen wij telefonisch en schriftelijk de zorg over aan uw eigen verloskundige of nemen wij contact op met een verloskundige bij u in de buurt. Zij komt samen met de kraamzorg nog bij u thuis tijdens het kraambed. Voor de kraamzorg geven wij een schriftelijke overdracht mee. Tevens sturen wij schriftelijke informatie door aan uw huisarts.

Weer thuis

Thuis zult u geleidelijk verder moeten herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel, is na een keizersnede vaak langer dan na een vaginale bevalling. U bent niet alleen (opnieuw) moeder geworden maar daarnaast ook genezende van een operatie.

Pijnklachten van de wond

Hoesten, persen (ontlasting) en lachen kunnen de eerste tijd nog vervelend of pijnlijk zijn. De wond is echter sterk genoeg om daar tegen te kunnen. U kunt uw wond dan het beste ondersteunen door uw beide handen of een handdoek zachtjes tegen de wond regio te drukken. Aan de zijkant van het litteken kan u een trekkend gevoel hebben van de inwendige hechtingen. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf. Omdat bij de operatie de zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, kan u lange tijd een doof gevoel rond het litteken houden. Boven dit gebied is er dikwijls halverwege de navel een gebied dat juist extra gevoelig is. Vaak is pas na zes tot twaalf maanden het gevoel in de buikwand weer normaal. Als pijnstilling kan paracetamol (geen aspirine!) worden gebruikt, tot maximaal 4 x daags 1000mg per 24 uur. Dit mag ook als u borstvoeding geeft. Deze pijnstilling bouwt u langzaam af, afhankelijk van uw klachten.

Wondverzorging

Meestal heeft u als u met ontslag gaat uit het ziekenhuis geen pleister meer op de wond. De wond is mooi droog en lekt niet meer. Mocht de wond nog lekken, verschoon dan dagelijks de pleister (na het douchen). Als de wond niet meer lekt, is het raadzaam om de pleister eraf te laten en de wond aan de lucht te laten drogen. Mocht er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten komen, dan kunt u de wond met de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen en een droog gaas eroverheen doen om uw kleding te beschermen. Uw kraamverzorgende en verloskundige thuis zullen de wondgezing controleren. De keizersnedewond is gehecht met oplosbare hechtingen. Deze lossen vanzelf op.

Vragen en contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, stelt u die dan aan uw verloskundig zorgverlener of aan de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek.

Extra informatie

Voor meer informatie over de keizersnede leest u de folder van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), via www.nvog.nl.